Skip to content

De Fotografe

de spiegel

Ze begon op een dag met het fotograferen van een vliegtuig dat weerspiegeld werd in het water. De misvormde afbeelding, in combinatie met de kleuren die een herinnering brachten aan KLM, waren meer dan genoeg. Ze wist dat dit zou werken, en dat deed het. Eenieder die de foto zag was direct geïntrigeerd en wilde op z’n minst weten wat het was.

Vanaf die dag bleef ze enkel nog fotograferen in de weerspiegeling van water. Zo begon haar leven als gerespecteerd fotografe. Wat haar opliftte was wat haar werk deed met haar publiek. Ze begreep waarom het mensen in hun greep hield. De wil om het beeld dat we van onze wereld hebben in stand te houden. Er alles aan doen om dat wat afwijkt met onze ratio te duiden. Vroeg of laat zou elke aanschouwer doorkrijgen wat ze werkelijk zien en de tevredenheid voelen van een wetenschapper die zijn hypothese eindelijk bewezen ziet.

Het waren niet haar foto’s waar het om ging maar deze ‘schijntevredenheid’ bij haar publiek. Ze wilde het blootleggen, de mensen een spiegel voorhouden. Volgens haar is het willen hebben van controle het meest irrationele en tegennatuurlijke verlangen dat er bestaat. Waarom accepteert niemand dat wat je ziet tegelijk waar en onwaar kan zijn? Wat is er mis met onze soort dat we ons zo hebben laten afdrijven van ons lot; ‘Een oncontroleerbaar leven leiden waar je veel kunt leren maar niets kunt weten.’

Langzaamaan begreep de fotografe dat de afbeeldingen feitelijk symbool staan voor wie zij zelf ook is voor het publiek. Ongrijpbaar en toch herkenbaar. Instinctief begreep ze dat ze voor de mensen slechts een weerspiegeling is van wat zij reeds kennen en weten. Zo zegt haar roem meer over haar publiek dan over haar. Precies dit inzicht verstevigde haar overtuiging. De foto’s bleken niet haar eigenlijke werk. Dat was haar filosofie; ‘onze op niets gebaseerde overtuiging van de werkelijkheid, vertroebelt onze blik, onze kennis, ons begrip en verspert onze kans op een werkelijke blik op de werkelijkheid.’ Oftewel, niets is wat het lijkt. Wat je pas gaat zien als je er niet meer naar kijkt.

Ze besefte dat haar boodschap enkel via de kunst kon worden overgebracht. Ze zou zelf het object worden van haar werk. Zij zou voortaan het leven enkel nog aanschouwen, zoals in haar foto’s, via een glinsterend wateroppervlak. Zo creëerde ze een nieuwe werkelijkheid voor haarzelf, waarvan niemand kon beargumenteren dat deze werkelijkheid niet ook waar is, op z’n minst voor haar. En zodra er een nieuwe werkelijkheid naast een bestaande geplaatst wordt, zo verwachtte ze, zal het beeld gaan wankelen. Want we kunnen bevestigen noch ontkennen dat niet juist de fotografe de eerste is die zich afwendt van de wand en de kaars aanschouwt, de bron van het leven dat aan ons, schijnbaar in schaduwen, aan ons voorbijtrekt.

Nog altijd woont de fotografe in haar eigen kunstwerk. Dankzij een ingenieuze constructie ziet ze op elke wand van haar ruimte het wateroppervlak en alles wat erin weerspiegeld wordt. Ze zit er inmiddels lang genoeg om te weten dat haar hersenen zich hebben aangepast. Ze zien niet langer enkel weerspiegelingen of zelfs water. Ze zien dat wat erin verschijnt. Het water is als lucht geworden, het is simpelweg voor haar verdwenen. Zo weet zij nu met zekerheid dat we enkel zien hoe we willen dat de wereld eruit ziet. Wat ze paradoxaal genoeg heeft aangetoond door juist dat te doen waar ze tegen streed met haar vroege werk. Met heel haar ziel probeert ze zich te verzetten tegen de schijntevredenheid die vrijwel dagelijks de kop op steekt als gevolg van haar opgedane kennis. Zo vervolgt ze haar leven, concluderend dat het niet meevalt, de wil tot controle te controleren.