Ik ga surfen
Ik ga surfen
Ga je met me mee?
De zee oogt kalm vandaag.
Het is tijd dat ik wat anders doe
Dan de vele uren op mijn mobiel.
Het maakt me voorspelbaar
Mijn schermtijd neemt alleen maar toe.
Hoe meer ik scroll door apps en feeds,
hoe minder ik voel,
de wereld bevraag
of nieuwe perspectieven opdoe.
Vrijwel ongezien
Ben ik in hun macht
Zonder het door te hebben,
lever ik de kracht
van mijn verbeelding
en van de twijfel in.
Ik betaal technologie
met mijn authenticiteit.
Dus ik stap eruit
Ik ga surfen.
Helpt het? Geen idee
Maar zolang ik het me afvraag, zit ik niet langer vast.
De twijfel, die de algoritmes me willen afnemen,
gebruik ik als mijn kompas.
Mijn verbeelding is mijn plank,
Ik surf op mijn zee van twijfels
En
ik
bedank
voor gemak en voor eenvoud
Ik bedank voor de schijnwerelden vol van zekerheid.
Ik moet kunnen springen
van ogenschijnlijk feit
naar mogelijke fictie,
zonder te verdrinken.
Ik wil kunnen stranden
op eilanden
waar iedereen hetzelfde denkt,
maar ik niet,
Ik kijk er rond
Om weer weg te gaan
Immer surfend
op een eindeloze oceaan.
Bruinvissen zien me met hun sonar.
Meeuwen horen mij glijden door de zee
Hoe we denken ooit de waarheid te bezitten…
Is bizar
als we tegelijkertijd weten dat onze zintuigen
onderdoen aan die van veel dieren om ons heen.
Waarom dan toch anderen blijven overtuigen?
Pas sinds kort leren we over hoe het leven
en alles in de natuur, is verweven.
We zien, voelen, horen
en weten
simpelweg niet alles
Dit is geen tekortkoming.
Onze zintuigen zijn precies goed,
Ze hoeven niet beter
te worden
of anders te zijn
want wij hebben een ding..
Onze verbeelding
is eindeloos creatief
en tot veel in staat.
Het schrift, ons geld en de economie
zijn allemaal voorbeelden
die voortkomen uit deze kracht.
‘De infocratie’,
is, net als taal, door mensen bedacht.
Tot we erin geloven en het zien als een feit.
Maar de infocratie is een menselijk construct
en geen werkelijkheid
Geslacht, ras, migrant grenzen, macht
allemaal door mensen bedacht
Als tegenhanger van
verdraagzaamheid
Dus ik surf, zien jullie me gaan?
Weg van het eiland dat big tech heet,
omzeil ik fabrieken die het strand zwart kleuren,
en laat ik het patriarchaat links liggen,
Ik surf langs systemen die onderdrukken;
racisme, populisme, fascisme, conservatisme,
Ze breken achter me in de golven.
Mensen die zich groter voelen dan anderen,
blijken verrassend klein, midden in de oceaan
Ik
surf
er
vandaan.
Naast me verschijnen
dolfijnen
en kunstenaars,
filosofen en kinderen.
En jullie, jullie gaan met mij in zee
Iedereen die het surfboard van verbeelding kan hanteren
doet mee. Zie je ons gaan?
We glijden door zuiver water,
en beseffen dat wij dit ook
grotendeels zijn.
We zijn de zee,
de golven, we zijn elkaar.
Verweven leven, dat surft op een
verzonnen oceaan.
Verdraagzaam
En dat is precies waar
we elkaar
vinden,
zelfs als de zee te ruig lijkt
en de golven veels te hoog
Blijven we surfen en
vinden we elkaar in
onze twijfel en verbeelding.
Marlijn 21-3-25